Een tweede verblijf wordt regelmatig bewoond waardoor de bewoner mee geniet van de inspanningen die de stad voorziet inzake onderhoud van het openbaar domein en groenaanplantingen in het algemeen.
De bewoner van een tweede verblijf draagt niet bij in de algemene financiering van deze kosten en daarom past het om deze persoon op een andere manier te doen bijdragen in de algemene lasten die de stad draagt. De stad Diest levert belangrijke inspanningen aan de volledige gemeentelijke infrastructuur en gemeenschappelijke diensten, ook in zones waar tweede verblijven gesitueerd zijn.
Niet-permanent bewoonde eigendommen geven aanleiding tot een grotere zorg voor de veiligheid, het milieu en de openbare ruimte, wat zijn financiële weerslag op het stadsbudget heeft. Omdat er een verschil bestaat tussen een tweede verblijf in woongebied en een tweede verblijf in een recreatiegebied, is er een gedifferentieerd belastingtarief. Het belastingtarief wordt bepaald door de zone waarin het tweede verblijf krachtens de bepalingen van het gewestplan, zoals omschreven in artikel 4 van het belastingreglement, gelegen is.
Om de screening van tweede verblijven en leegstaande woningen op elkaar af te stemmen, zijn er een aantal indicaties van tweede verblijven opgenomen in het belastingreglement. Zo kan er beter gemotiveerd worden of een pand nu als tweede verblijf of als leegstaande woning wordt beschouwd.
De zakelijk gerechtigde is de belasting verschuldigd. Het is logischer om de vruchtgebruiker te belasten in plaats van de naakte eigenaar. De vruchtgebruiker heeft immers het genot van het tweede verblijf en hij alleen heeft de juridische bevoegdheid om het tweede verblijf te gebruiken of te verhuren.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen is gewijzigd middels het decreet van 3 mei 2024. De stad dient haar belastingreglementen aan te passen om in regel te zijn met de wijzigingen van bovenstaande regelgeving. Daarom wordt voor aanslagjaar 2025 het reglement gewijzigd.
Een van de wijzigingen die een belangrijke directe impact heeft op de huidige belastingreglementen is de vereiste om te voorzien in een uiterste datum voor indiening van de aangifte wanneer de stad ervoor geopteerd heeft om een aangifteplicht in te voeren.
Om daaraan te voldoen wordt art. 5 van het reglement op de belasting tweede verblijven vervangen door onderstaande tekst:
"De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier. Dat formulier moet behoorlijk ingevuld en ondertekend teruggezonden worden uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden om zelf een aangifteformulier op te vragen bij het stadsbestuur en dit formulier behoorlijk ingevuld en ondertekend uiterlijk op 31 maart van het aanslagjaar aan het stadsbestuur te bezorgen. Aangifteformulieren worden op verzoek kosteloos ter beschikking gesteld."
De andere voorwaarden en de bedragen blijven ongewijzigd.
De grondwet: artikelen 41, 162 en 170ยง4
Het koninklijk besluit van 7 november 1978 houdende de vaststelling van het gewestplan Aarschot-Diest
Het decreet van 30 mei 2008 over de vestiging, de invordering en de geschillenbeslechting van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen
Het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017: artikelen 285, 286 en 287 over de bekendmaking en inwerkingtreding van besluiten en hun inhoud
Het besluit van de gemeenteraad van 16 december 2019 over de belasting op tweede verblijven
De gemeenteraad keurt het bij dit besluit gevoegde belastingreglement “Belasting op tweede verblijven" voor aanslagjaar 2025 goed.
Dit reglement vervangt het voorgaande reglement met betrekking tot deze belasting.