Er werd door DETHIER ONTWIKKELING NV bij het college van burgemeester en schepenen een omgevingsvergunningsaanvraag OMV_2023116103 (intern nummer OP-2024-76) ingediend voor het bouwen van een nieuwe meergezinswoning met 22 wooneenheden, met een bovengrondse vrijstaande fietsenstalling en ondergrondse parkeergarage. Hierbij wordt ook een bemaling en de exploitatie van een centrale geothermische warmtepomp en individuele boosterboilers per appartement aangevraagd. De meergezinswoning wordt gebouwd op het perceel in de plaats van de bestaande woning met vrijstaande garage in de Omer Vanaudenhovelaan 1, met haar tuinzone grenzend aan de Schoenmakersstraat, kadastraal gekend als Diest Afdeling 1, Sectie A, perceelnummer 9S3.
In functie van deze aanvraag wordt gelijktijdig ook een aanpassing van de bestaande rooilijn ter plaatse van de Schoenmakersstraat gevraagd. Deze bestaande rooilijn werd goedgekeurd door de gemeenteraad van 26 maart 2012, deze werd later nog deels gewijzigd (besluit gemeenteraad van 16 december 2019) maar niet met betrekking tot de rooilijn ter hoogte van het perceel 9S3 met betrekking tot het betrokken project in deze aanvraag. De omgevingsvergunningsaanvraag omvat dus eveneens de wijziging van een bestaande rooilijn en de aanleg van wegenis (een voetpad).
Volgens het bij de aanvraag toegevoegde rooilijnplan van 1 maart 2024, opgemaakt door Geotec, wordt aan de zijde van de Schoenmakersstraat een deel van het perceel in de aanvraag (9S3), met een oppervlakte van 0a 13ca (lot 1a), afgesplitst om toe te voegen bij het openbaar domein. Dit in functie van de aanleg van een voetpad op het (deels toekomstig) openbaar domein langsheen de Schoenmakersstraat van 1,50m breed. Een ander deel van het perceel (9S3), met een oppervlakte van 0a 34ca (lot 1b) wordt onttrokken aan het openbaar domein. Deze spie (lot 1b) is anders, na de aanleg van het voetpad, een reststuk zonder functie. Dit deel wordt dan ook geïntegreerd in de groenzone van het project. Het voetpad wordt aangelegd door de aanvrager (zie toegevoegd grondplan ontwerp) en voor de delen vandaag nog in private eigendom na aanleg kosteloos overgedragen aan de stad Diest om in te lijven in het openbaar domein.
Aan de omgevingsvergunningsaanvraag zijn naast het rooilijnplan, een grondplan bestaande en nieuwe toestand, een type dwarsprofiel, een meetstaat en een bestek over de werken toegevoegd. Het voetpad wordt aangelegd in grijs genuanceerde betonstraatstenen in halfsteensverband.
Het gemeentewegendecreet voorziet de integratie van de gemeenteraadsbeslissing over - in dit geval - het aanpassen van wegenis in het kader van een omgevingsproject in de procedure van de omgevingsvergunning. Artikel 12 §2 van het Gemeentewegendecreet stelt dat in afwijking van artikel 11 de aanleg, de wijziging, verplaatsing of opheffing van een gemeenteweg met overeenkomstige toepassing van artikel 31 van het Omgevingsvergunningendecreet kan opgenomen worden in een omgevingsvergunning, voor zover die wijziging past in het kader van de realisatie van de bestemming van de gronden, hier het bouwen van de meergezinswoning. Dit betekent dat de procedureregels van het Omgevingsvergunningsdecreet en –besluit spelen, waarbij deze aanvraag valt onder ‘de gewone procedure’. Een ontwerp van rooilijnplan werd, zoals hierboven besproken, toegevoegd aan de aanvraag en werd samen met de omgevingsaanvraag onderworpen aan een openbaar onderzoek.
De omgevingsaanvraag valt binnen de gewone procedure volgens het Omgevingsvergunningdecreet en -besluit. Artikel 31 van het decreet stelt dat wanneer de omgevingsvergunningsaanvraag wegenwerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft, de gemeenteraad een beslissing neemt over de zaak van de wegen vóór de bevoegde vergunningverlenende overheid, in deze het college van burgemeester en schepenen, een beslissing neemt over de omgevingsaanvraag.
Binnen de voorziene omgevingsvergunningsprocedure werd een openbaar onderzoek gehouden. Dit heeft gelopen van 30 mei 2024 tot en met 28 juni 2024. Artikel 47 van het Omgevingsvergunningbesluit stelt hierover dat wanneer de omgevingsaanvraag wegenwerken omvat waarover de gemeenteraad beslissingsbevoegdheid heeft en daarover een besluit neemt, de gemeenteraad kennis neemt van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek. Er werden 7 bezwaren of opmerkingen ingediend. Deze bezwaren of opmerkingen omvatten geen bezwaar inzake de ligging, de breedte of de uitrusting van de weg.
De gemeenteraad moet enkel een besluit nemen over de ‘wegenis’, zijnde de voorgestelde werken binnen het rooilijnplan en zich al dan niet akkoord verklaren met de overdracht of onttrekken van deze zones in of uit het openbaar domein (hier een aanpassing van de bestaande rooilijn). Het college van burgemeester en schepenen oordeelt pas nadien, op voorstel van de gemeentelijke omgevingsambtenaar, over de gehele aanvraag. Het project vraagt in hoofdzaak een beoordeling aan de beoordelingscriteria over de goede ruimtelijke ordening zoals opgenomen in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (artikel. 4.3.1) en dit over het geheel van het project. Deze beoordeling valt onder de beslissingsbevoegdheid van het college van burgemeester en schepen, na advies van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het schepencollege vraagt bijgevolg, alvorens zij een beslissing kan nemen over de omgevingsaanvraag (met een uiterste beslissingsdatum op 3 november 2024), aan de gemeenteraad om een beslissing te nemen over de zaak van de wegen.
Er wordt een voldoende breed voetpad langsheen de noordzijde van de bestaande Schoenmakersstraat aangelegd die een meer veilige doorgang voor voetgangers garandeert in het woonproject ‘Ezeldijksite’. De materialen zijn afgestemd op deze van het grotere woonproject ‘Ezeldijksite’. De gevraagde aanpassingen sluiten aan op de bestaande wegenis en optimaliseren de bestaande inrichting er van. De aanvraag is niet in strijd met de doelstellingen en principes opgenomen in het gemeentewegendecreet zijnde werken aan een veilig wegennet op lokaal niveau en aan de herwaardering en bescherming van een fijnmazig netwerk van trage wegen.
Het Bijzonder Plan van Aanleg (BPA) De Demer goedgekeurd op 10 maart 1995
Het decreet van 5 april 1995 over de algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM)
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009 en latere wijzigingen en haar uitvoeringsbesluiten
De beslissing van de gemeenteraad van 26 maart 2012 over de goedkeuring van het rooilijnplan voor de site Ezeldijk deel Noord fase 2
Het gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) Centrum fase 1 - Projectzones goedgekeurd op 19 december 2013
Decreet van 25 april 2014 over de omgevingsvergunning
Het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 over de omgevingsvergunning en haar bijlagen
Het Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan Afbakening Kleinstedelijk Gebied Diest, deelplan van de afbakeningslijn, goedgekeurd op 18 januari 2016
Het Gemeentewegendecreet van 3 mei 2019
De beslissing van de gemeenteraad van 16 december 2019 over de goedkeuring van de aangepaste wegenis in het kader van de omgevingsaanvraag voor het verkavelen van gronden Ezeldijksite fase 3
De gemeenteraad neemt kennis dat er geen standpunten, opmerkingen of bezwaren inzake de ligging, de breedte of de uitrusting van de weg werden ingediend.
Het bijgevoegde rooilijnplan zoals opgemaakt door Geotec met datum 1 maart 2024, hetgeen een wijziging van de bestaande rooilijn (goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 maart 2012) is, met aanduiding van de over te dragen in en te onttrekken zone uit het openbaar domein, na de volledige aanleg van een voetpad van 1,50m deels op vandaag openbaar domein en deels op vandaag privaat domein zoals aangeduid op toegevoegde plan ontwerp wegen, het ontwerpplan wegenis en bijhorende raming en bestek worden goedgekeurd. Het ontworpen voetpad sluit voor langzaam verkeer aan op het bestaande wegennet. Hierbij wordt een oppervlakte van 0a34ca (lot 1b) onttrokken uit het openbaar domein en wordt een oppervlakte van 0a13ca (lot 1a) overgedragen naar het openbaar domein. De gemeenteraad gaat daarbij geen enkele verbintenis aan wat betreft het uitvoeren of wijzigen van waterleiding, riolering, elektrische leidingen, openbare verlichting, gas, telecommunicatie e.d.
De aanvrager draagt al de kosten voor al de noodzakelijke terreinaanlegwerken, riolerings- en verhardingswerken alsook voor de aanleg van alle noodzakelijke nutsleidingen. De aanvaarding van de werken door het bestuur zal blijken uit ondertekening van het proces-verbaal van voorlopige oplevering.
De aanleg voor of door de nutsmaatschappijen (oa elektriciteit, openbare verlichting, waterleiding, data, gas, ... en telefonie) moet gebeuren overeenkomstig de richtlijnen van de concessiehouders.
De stad Diest behoudt zich het recht om een toezichter voor de wegeniswerken aan te stellen.
De stad Diest kan niet betrokken worden in eventuele geschillen tussen de aanvrager, de aannemers van de werken, de concessiehouders enz. aangaande betalingen, uitvoeringen en dergelijke meer.
Alle gronden gelegen binnen de rooilijn, zoals aangeduid op het rooilijnplan (wegtracé, groene ruimten, ...) met een totale oppervlakte van 0a 13ca, moeten kosteloos afgestaan worden aan de stad Diest na definitieve oplevering van de werken voor het aanleggen van het voetpad. De wegverharding, rioleringen en alle nutsleidingen welke zich op de afgestane gronden bevinden, moeten eveneens kosteloos overgedragen worden aan de stad. Alle kosten in verband met deze overdracht zijn voor de aanvrager.
De ingediende as-built dossiers zullen binnen het jaar na indiening voor wat betreft de riooltechnische gegevens aan een kwaliteitscontrole onderworpen worden. Indien de kwaliteit van het as-built dossier onvoldoende blijkt, dienen op kosten van de indiener nieuwe opmetingen te gebeuren en nieuwe as-built plannen opgemaakt te worden. Dit nieuwe dossier zal dan eveneens terug aan een kwaliteitscontrole onderworpen worden.