Wijzigingen Rechtspositieregeling (RPR)
De RPR werd herzien met het oog op:
Daarnaast besliste het bestuur om vanaf schooljaar 2024-2025 het niet gesubsidieerd personeel van de Hagelandse Academie voor Muziek en Woord (HAMW), met uitzondering van personeelsleden tewerkgesteld met niveau E uit te sluiten van de RPR Stad en OCMW Diest, maar deze te laten vallen onder de RPR die geldig is in het onderwijs.
De rechtspositieregeling werd aangepast aan de huisstijl van Stad en OCMW Diest.
Artikelsgewijze bespreking:
Art. 1: Niet gesubsidieerd personeel van de HAMW vallen vanaf schooljaar 2024-2025 onder de RPR die geldig is in het onderwijs. De uitzondering betreft 1 uitdovend personeelslid die toezicht houdt en er geen equivalent loonbarema is binnen onderwijs.
In art. 1 werd ook verwezen naar afwijkingen, maar de verwijzing naar de titels was foutief.
Art. 2: Verwijdering verwijzingen naar de proeftijd van statutaire personeelsleden, toevoeging definitie IFIC.
Art. 37-54: Verwijderd aangezien er geen proeftijd meer is.
Art. 55: Verwijdering verwijzing naar de proeftijd van statutaire personeelsleden.
Afdeling VII. Specifieke bepalingen voor de evaluatie van de algemeen directeur en de financieel directeur: art. 84, 86, 87, 88, 89 wijziging ‘proeftijd’ naar ‘eerste 12 maanden van de tewerkstelling’ en verwijdering verwijzing naar de proeftijd van statutaire personeelsleden.
Art. 121: Verwijdering verwijzing naar de proeftijd van statutaire personeelsleden.
Art. 123: Verwijzing naar IFIC voor schaalanciënniteit
Art. 126bis: Toevoeging verwijzing naar IFIC-barema’s.
Art. 143: Verwijdering verwijzing naar de proeftijd van statutaire personeelsleden.
Art. 170: Verwijdering verwijzing naar de proeftijd van statutaire personeelsleden.
Art. 173: Verwijdering verwijzing naar de proeftijd van statutaire personeelsleden.
Art. 174: Verwijzing naar de wet arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 voor de ingangsdatum en duurtijd van de opzeggingstermijn.
Art. 176: Verwijdering verwijzing naar de proeftijd van statutaire personeelsleden.
Art. 188: Verwijdering verwijzing naar de proeftijd van statutaire personeelsleden.
Art. 195: Verwijdering verwijzing naar de proeftijd van statutaire personeelsleden.
Art. 198: Toevoeging van 2 november en 26 december als betaalde feestdagen voor het personeel van de bijzondere diensten (thuisdiensten en kinderdagverblijf)
Art. 202: update van de verschillende omstandigheidsverloven en toevoeging van rouwverlof bij zwangerschapsverlies
Hoofdstuk IVbis. Het zorgverlof: nu ook van toepassing op statutaire personeelsleden.
Hoofdstuk IVtris. Recht op aanvraag flexibele werkregeling: nu ook van toepassing op statutaire personeelsleden.
Art. 326: Verwijzing naar de IFIC-barema’s
Art. 328: Verwijzing naar de IFIC-barema’s.
Art. 388bis.: Zoals afgesproken in eerder vakbondsoverleg vastlegging van gebruik handelaarscheques en ecocheques voor het personeel als maatregel van koopkrachtverhoging.
Art. 402: Vastlegging inwerkingtreding gewijzigd toepassingsgebied.
Bijlage I: toevoeging IFIC-barema’s
Deze wijziging werd voorgelegd aan de leden van het HOC-BOC op 31 mei 2024.
Vanwege ACOD-LRB ontvingen we volgende opmerkingen:
Niet - akkoord: Vanwege de ACOD-LRB kunnen we onmogelijk een akkoord verlenen gelet op de opname van het ontslagdecreet in de RPR. Eveneens blijven we vragende partij om het E-niveau niet langer aan te wenden en betreuren we de keuze van het bestuur om de ongelijkheid op vlak van vakantiedagen en feestdagen te behouden.
Vanwege het ACV Openbare Diensten ontvingen we volgende opmerkingen:
Protocol van akkoord met volgende opmerkingen:
wij gaan niet akkoord met alles wat impliciet en expliciet te maken heeft met het ontslagdecreet en haar uitvoeringsbesluiten
Het niet gelijktrekken van de vakantie- en feestdagen voor alle medewerkers is een gemiste kans en dient verantwoord te worden op basis van objectieve criteria die er volgens ons niet meer zijn!
Het VSOA-LRB reageerde niet op de vraag om het protocol van akkoord te bezorgen.
Het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het personeel
Het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2008, houdende de vaststelling van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel en latere wijzigingen
Het decreet over de lokale besturen van 22 december 2017 en latere wijzigingen
Het besluit van de gemeenteraad van 25 april 2022 over de goedkeuring huishoudelijk reglement van de raad
Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 27 maart 2023 over de goedkeuring van de rechtspositieregeling stad en OCMW Diest (opheffing besluit 25 juli 2022)
Het besluit van de Vlaamse Regering van 8 maart 2023 tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen (BVR RPR)
De bespreking op het hoc en boc van 31 mei 2024 en de schriftelijke opvolging op 5 juni 2024.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de rechtspositieregeling stad en OCMW Diest goed.
Het besluit van 27 maart 2024 over de goedkeuring van de wijziging van de rechtspositieregeling van Stad Diest wordt opgeheven vanaf 1 augustus 2024.
De gewijzigde rechtspositieregeling stad en OCMW Diest (incl. OCMW-specifiek personeel) treedt in werking op 1 augustus 2024.