Notulen  raad voor maatschappelijk welzijn

In de beleids- en beheerscyclus (BBC) vertrekt de planning vanuit de beleidsdoelstellingen van het bestuur, opgemaakt vanuit een meerjarig perspectief. Alle verwachte ontvangsten en uitgaven moeten zijn ingeschreven in een budgettair dagboek voordat het budget wordt opgemaakt.

Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat de lokale  besturen hun meerjarenplan minstens één keer per jaar moeten aanpassen om de kredieten voor het volgende boekjaar vast te stellen. 

Een aanpassing van het meerjarenplan bevat minstens:

• een motivering van de wijzigingen van het meerjarenplan (geen gestandaardiseerd schema);
• de wijzigingen van de strategische nota (geen gestandaardiseerd schema);
• het aangepaste financiële doelstellingenplan (schema M1);
• de aangepaste staat van het financiële evenwicht (schema M2);
• het aangepaste overzicht van de kredieten (schema M3);
• een aangepaste toelichting.

De toelichting van een aanpassing van het meerjarenplan bevat minstens de volgende onderdelen:

• een overzicht van de ontvangsten en uitgaven naar functionele aard (schema T1);
• een overzicht van de ontvangsten en uitgaven naar economische aard (schema T2);
• de investeringsprojecten (schema T3);
• een overzicht van de evolutie van de financiële schulden (schema T4);
• een overzicht van de financiële risico’s: een omschrijving van de financiële risico’s die het bestuur loopt en van de middelen en mogelijkheden waarover het bestuur beschikt of kan beschikken om die risico’s te dekken;
• een verwijzing naar de plaats waar de documentatie beschikbaar is;
• een beschrijving van de grondslagen en assumpties die gehanteerd werden voor de opmaak van het aangepaste meerjarenplan en de wijzigingen daarvan ten opzichte van het vorige beleidsrapport.

Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd om hun deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 goed te keuren.

• Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur en latere wijzigingen (art. 249 e.v. DLB)
• Het besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 2018 over de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC)
• Het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC)
• Omzendbrief KB/ABB 2019/4 van 3 mei 2019 over de strategische meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus
• Het besluit van de raad van maatschappelijk welzijn van 16 december 2019 over de vaststelling van het meerjarenplan 2020-2025
• Omzendbrief KBBJ/ABB 2020/3 van 18 september 2020 over de aanpassing van de meerjarenplannen 2020-2025 van de lokale en provinciale besturen volgens de beleids- en beheerscyclus
• Het besluit van de raad van maatschappelijk welzijn van 14 december 2020 over de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025
• Het besluit van de raad van maatschappelijk welzijn van 20 december 2021 over de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025
• Het besluit van de raad van maatschappelijk welzijn van 19 december 2022 over de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025
• Het besluit van het Vast Bureau van 4 december 2023 over de goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025

De oorlog in Oekraïne bracht een stroom van vluchtelingen op gang. Meerdere lokale besturen werden op hun grondgebied geconfronteerd met ontheemde Oekraïners die nood hadden aan een opvangplek en begeleiding.

De lokale besturen hebben op korte termijn heel wat publieke opvangplekken weten te realiseren. Samen met geëngageerde burgers die private opvangplekken voorzagen, zorgden de lokale besturen voor een kwalitatief opvangnet en passende begeleidingshulp. Met het besluit van de Vlaamse Regering van 8 april 2022 werd tevens de nodige omkadering en financiering voorzien.

Europa erkent volop de noden die zich op het terrein stellen. De bevoegde Europese instanties hebben daarom beslist om extra middelen te besteden ten voordele van de ontheemde Oekraïners. Deze middelen komen uit het Europees Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie (AMIF-middelen) en betreffen resterende middelen uit de vorige periode (2014-2020).

Deze Europese middelen werden naar verhouding getransfereerd naar de lidstaten waarbij de federale overheid de middelen heeft overgeheveld naar de respectievelijke deelstaten. Op deze manier beschikt Vlaanderen over bijkomend € 6.500.000,00 toegekend aan de afdeling Europese programma’s - Europa WSE (die als beheerautoriteit optreedt).

Vlaanderen wenst deze middelen voor te behouden aan de lokale besturen. De projectoproep gaat uit van Europa WSE waarbij het Agentschap Binnenlands Bestuur als promotor optreedt en via deze duidingsnota een appel doet op de lokale besturen om een aanvraagdossier in te dienen.

De aanwending van de AMIF-middelen is gekoppeld aan (Europees) vooropgestelde voorwaarden:

• De besteding is strikt verbonden aan de opvang en/of begeleiding van de ontheemde Oekraïners;
• Aanwending is niet mogelijk voor kosten die gesubsidieerd worden door het reguliere ondersteuningskader (BVR 8 april 2022) of door andere specifieke middelen door de overheden verstrekt bedoeld voor de ontheemden;
• De besteding van AMIF-middelen is verbonden aan cofinanciering waarbij lokale besturen instaan voor het resterend deel;
• Het betreft kosten uit de periode 2022 -2023 (geen toekomstgerichte kosten).

Het projectopzet beoogt de lokale besturen financieel te ondersteunen wanneer zij extra inspanningen hebben geleverd (te beoordelen overeenkomstig vooropgestelde criteria). Lokale besturen kunnen dan een aanvraagdossier indienen bij de vertegenwoordiger van de promotor. Het aanvraagdossier werd reeds ingediend. 

Er wordt een projectaanpak gehanteerd waarbij een partnerschapsovereenkomst wordt afgesloten tussen het lokaal bestuur en het Agentschap Binnenlands Bestuur om de samenwerkingsmodaliteiten te duiden.

De projectoproep van het Europees Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie

Het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 4 december 2023 over de goedkeuring van de partnerschapsovereenkomst tussen stad Diest en het Agentschap Binnenlands Bestuur voor extra middelen Europees Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie AMIF

Aanleiding 

Met de vorming van de nieuwe woonmaatschappijen zal op 1 januari 2024 ook een nieuw toewijsmodel in werking treden. De Vlaamse overheid schetst een breed kader waarbinnen de woonmaatschappijen 1 of meer toewijzingsraden dienen op te richten die aan de slag kunnen gaan om tot een concrete invulling te komen voor het toewijzen van woningen. De woonmaatschappij neemt het initiatief om deze toewijzingsraden op te richten en zit de toewijzingsraden voor. 

Alle gemeenten van het (deel)werkingsgebied zijn vertegenwoordigd in de toewijzingsraad.

Relevante huisvestings- en welzijnsactoren kunnen zichzelf aanmelden om deel uit te maken van de toewijzingsraad als ze actief zijn in het (deel)werkingsgebied van de woonmaatschappij. 

Als er geen consensus is over de samenstelling van de toewijzingsraad, beslist de woonmaatschappij over de samenstelling, waarbij ze rekening houdt met een evenwichtige samenstelling van de toewijzingsraad. De toezichthouder kan optreden wanneer de toewijzingsraad onvoldoende evenwichtig wordt samengesteld.

De toewijzingsraad heeft een beleidsmatige opdracht en een operationele opdracht. Dit wordt geregeld in artikel 6.23 van het BVCW. 

Beleidsmatige opdracht

De toewijzingsraad stelt een ontwerp van toewijzingsreglement op. Hierin kunnen bepalingen over de verstrenging van de langdurige woonbinding (pijler 1) en bepalingen voor specifieke doelgroepen (pijler 2) worden opgenomen. De leden van de toewijzingsraad streven hierbij naar consensus. Als er geen consensus is, kunnen de deelnemende gemeenten van de toewijzingsraad specifiek voor hun gemeenten over deze bepalingen beslissen. 

Voor het opnemen van een bepaling over de langdurige woonbinding met het (deel)werkingsgebied is in ieder geval consensus tussen de gemeenten van het (deel)werkingsgebied vereist. 

Operationele opdracht

De toewijzingsraad staat ook in voor de praktische uitvoering van de regels die betrekking hebben op de versnelde toewijzingen en de toewijzingen aan specifieke doelgroepen (pijler 2). De toewijzingsraad kan afspraken maken over de werkwijze met betrekking tot de aanmelding en begeleiding van kandidaat-huurders en huurders. Deze afspraken worden opgenomen in het huishoudelijk reglement van de toewijzingsraad.

Woonmaatschappij KANVAZ

Het werkingsgebied van KANVAZ omvat 18 gemeenten. In overleg met de lokale besturen werden er 3 deelwerkingsgebieden afgebakend binnen het werkingsgebied van KANVAZ. 

• Deelwerkingsgebied Zuid, bestaande uit de gemeenten: Tienen, Hoegaarden, Landen, Linter, Zoutleeuw, Geetbets en Glabbeek 
• Deelwerkingsgebied Noordoost, bestaande uit de gemeenten: Diest, Scherpenheuvel-Zichem, Bekkevoort, Kortenaken en Aarschot 
• Deelwerkingsgebied Noordwest, bestaande uit de gemeenten: Begijnendijk, Tremelo, Rotselaar, Holsbeek, Lubbeek en Tielt-Winge  

In elk deelwerkingsgebied wordt 

• een zonecomité opgericht dat tevens zal fungeren als toewijzingsraad en de bovenvermelde 
• een toewijscomité opgericht waaraan de toewijzingsraad de bovenvermelde operationele opdracht zal delegeren.  

Oprichting en samenstelling zonecomités (toewijzingsraden) en toewijscomités KANVAZ

De startvergaderingen van de zonecomités gingen door eind september waar burgemeesters en schepenen werden op uitgenodigd. 

Het nieuw toewijsmodel werd toegelicht en er was een eerste gedachtewisseling over de samenstelling en werking van de zonecomités en de toewijscomités (pijler 2), de bepalingen van de langdurige woonbinding (pijler 1) en doelgroepen (pijler 3).

Er werd afgesproken dat de volgende stap het organiseren is van de startvergaderingen van de toewijscomités waar de OCMW’s en het CAW zullen worden uitgenodigd om de praktische uitvoering van de regels die betrekking hebben op de versnelde toewijzingen en de toewijzingen aan specifieke doelgroepen (pijler 2) te bespreken. 

De startvergadering van de toewijscomités zijn gepland op 13/11/2023 en 14/11/2023 met als agenda:

• formuleren advies aan het zonecomité welke huisvestings- en welzijnsactoren naast het CAW ook best deel uitmaken van het zonecomité en het toewijscomité
• bespreking voorstel ontwerp toewijzingssysteem pijler 2 (zie bijlage) in functie van de opmaak van het huishoudelijk reglement waarin de regels die betrekking hebben op de versnelde toewijzingen en de toewijzingen aan specifieke doelgroepen worden bepaald 

Vervolgens zijn op 27/11/2023, 28/11/2023 en 4/12/2023 de volgende vergaderingen van de zonecomités gepland met als agenda:

• bepalen welke huisvestings- en welzijnsactoren naast het CAW ook deel zullen uitmaken van de zonecomités
• opmaak ontwerp van toewijzingsreglement in functie van pijler 1 en pijler 3
• opmaak ontwerp van huishoudelijk reglement in functie van pijler 2

Zo kunnen begin 2024 de gemeenteraden de ontwerpen van toewijzingsreglementen amenderen voor wat betreft de strengere woonbinding (pijler 1) en de specifieke doelgroepen (pijler 2). De ontwerpen van het huishoudelijk reglement voor wat betreft de praktische uitvoering van de regels die betrekking hebben op de versnelde toewijzingen en de toewijzingen aan specifieke doelgroepen (pijler 2) kan niet worden geamendeerd, maar kan wel ter kennisgeving worden geagendeerd.

Na goedkeuring van de toewijzingsreglementen integreert KANVAZ deze reglementen in het intern huurreglement. KANVAZ bezorgt vervolgens de toewijzingsreglementen en het intern huurreglement aan de minister opdat hij zijn vernietigingstoezicht kan uitoefenen[1]. 

Vanaf 1/1/2024 treedt het nieuwe toewijsmodel in voege, maar is er een overgangsperiode voorzien tot september 2026 voor de opmaak van de toewijzingsreglementen. 

KANVAZ heeft de ambitie om samen met de lokale besturen begin 2024 de toewijzingsreglementen goed te keuren zodat de nieuwe bepalingen van de langdurige woonbinding (pijler 1) en nieuwe doelgroepen (pijler 3).

zo snel mogelijk in voege kunnen gaan. 

In afwachting van het in voege gaan van de toewijzingsreglementen, zal KANVAZ de bestaande lokale toewijzingsreglementen blijven hanteren wat betreft de langdurige woonbinding (pijler 1) als ook de bestaande doelgroepenplannen (pijler 3).

De versnelde toewijzingen en de toewijzingen aan specifieke doelgroepen (pijler 2) zullen vanaf 1/1/2024 verlopen via de toewijscomités waar een advies van toewijzing zal worden geformuleerd aan de raad van bestuur van KANVAZ en dit volgens het ontwerp van toewijzingssysteem in bijlage.

Vraag KANVAZ

Met e-mailbericht d.d. 26/10/2023 vraagt de woonmaatschappij KANVAZ de stad Diest om een effectieve en een plaatsvervangende vertegenwoordiger aan te duiden om deel uit te maken van het zonecomité die de woonmaatschappij zal oprichten binnen het deelwerkingsgebied Noordoost en ook als toewijzingsraad zal fungeren.

Naast het zonecomité wordt er ook een toewijscomité opgericht.

KANVAZ stelt hiervoor de volgende samenstelling voor.

• Voorzitter (Stafmedewerker van KANVAZ)
• secretaris (manager/medewerker klantenteam KANVAZ)
• personeel van de sociale dienst van de gemeente/OCMW  (diensthoofd OCMW + plaatsvervanger)
• vertegenwoordiger CAW
• welzijnsactoren actief binnen het deelwerkingsgebied

Dit toewijscomité staat in voor de opmaak van het voorstel van toewijzing (de voorgedragen kandidaten) binnen de 20% versnelde toewijzingen voor het directiecomité waarbij er toegewezen wordt binnen de regels die opgemaakt worden door de zonecomités (=toewijzingsraden).

Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van verschillende besluiten over wonen dd. 17 december 2021.

Besluiten van de Vlaamse Regering tot de vaststelling van de werkingsgebieden dd. 4 februari 2022.

Het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 22 mei 2023 over de goedkeuring van de agenda van de buitengewone algemene vergadering van cv Diest-Uitbreiding op 20 juni 2023 met inbegrip van het voorstel van fusie en aanduiding van de volmachtdrager van het OCMW

Het besluit van het vast bureau van van 13 november 2023 over de aanduiding lid zonecomité Noordoost woonmaatschappij Kanvaz

De instellingen die onderhevig zijn aan de wetgeving op overheidsopdrachten worden niet alleen steeds meer geconfronteerd met complexere technisch-administratieve vraagstukken, maar daarnaast worden er tevens meer en meer eisen gesteld op vlak van vakspecifieke kennis.

Samenwerking op het vlak van overheidsopdrachten en/of aanbieden van facilitaire diensten kan positieve schaaleffecten en synergiën genereren.

TMVS, een dienstverlenende intergemeentelijke vereniging opgericht in 2017 heeft een dergelijk aanbod. De aankoopcentrale CREAT bundelt de expertise rond aankoop en de wetgeving op overheidsopdrachten met interessante aankoopvolumes. De service wordt als geïntegreerd concept aangeboden. Samenwerking met dergelijke ondersteunende diensten opent perspectief op schaal- en volume-effecten. Zij laten toe kosten te reduceren en/of middelen vrij te maken.
Het aanbod van TMVS kan enkel aangeboden worden aan deelnemers van TMVS waarbij de autonomie van de deelnemende partners ten volle wordt gerespecteerd.

De deelname als TMVS-deelnemer concretiseert zich middels een kapitaalinbreng, waartegenover aandelen staan.
Het aantal aandelen dat aangekocht moet worden is gebaseerd op het aantal inwoners. Er dient 1 aandeel per volledige 5000 inwoners aangekocht te worden. Er dienen in totaal 5 aandelen te worden aangekocht. De nominale waarde van 1 aandeel bedraagt € 1000 en dient voor 1/4 volgestort te worden.  Bijgevolg betekent dit een eenmalige kost van € 1.250,00 voor OCMW Diest.

De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen

Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen

De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen

De wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, meer bepaald artikel 92 en meer bepaald artikels 2, 6° en 47 §2 die de aanbestedende overheden vrijstelt van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren wanneer ze een beroep doen op een aankoopcentrale en artikel 43

Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen

Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikels 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht

Het Bestuursdecreet van 7 december 2018 

Door de snelle digitale evolutie en de invoering van het thuiswerk is er behoefte aan een aanpassing aan het reglement op het ter beschikking stellen aan personeelsleden van communicatiemiddelen. Het doel is om stappen te zetten naar meer plaats- en tijdsonafhankelijk werken en in te zetten op een maximale bereikbaarheid van elke medewerker.
Dit reglement beschrijft de voorwaarden voor de toekenning en gebruik van telecommunicatiemiddelen aan personeelsleden zoals telefoon, tablet en laptop.
Het reglement bevat een regeling voor zowel diensttoestellen als persoonlijke toestellen en omvat:
- de toekenning en het gebruik van telefoon, tablet en laptop. De toekenning van een laptop wordt de standaardsituatie voor medewerkers waar bij uitzondering van wordt afgeweken.
- de vastlegging van het vervangingsritme.
- de financiële en fiscale behandeling
- het eigendomsaspect en het gebruik van de toestellen
 

De goedkeuring van de raad maatschappelijk welzijn van 21 juni 2021 over het reglement terbeschikkingstelling van telecommunicatiemiddelen aan personeelsleden.

Door de snelle digitale evolutie is er behoefte aan een aanpassing aan het reglement op het ter beschikking stellen aan mandatarissen van communicatiemiddelen.
Dit reglement beschrijft de voorwaarden voor de toekenning en gebruik van telecommunicatiemiddelen aan mandatarissen zoals telefoon, tablet en laptop.
Het reglement bevat een regeling voor:
- de toekenning en het gebruik van telefoon, tablet en laptop.
- de vastlegging van het vervangingsritme.
- de financiële en fiscale behandeling
- het eigendomsaspect en het gebruik van de toestellen

De beslissing van de gemeenteraad van 25 januari 2021 over de goedkeuring van het reglement betreffende de terbeschikkingstelling van telecommunicatiemiddelen aan mandatarissen.

Jaarlijks wordt er aan de gemeenteraad en raad voor maatschappelijk welzijn een overzicht gegeven van alle klachten en registraties in het klachtenregister van het afgelopen jaar.

• De beslissing van de gemeenteraad van 20 juni 2016 en de beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 23 juni 2016 over de goedkeuring van het reglement klachtenbehandeling, in het bijzonder artikel 8.
• Het Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, art. 302-303 (klachtenbehandeling)