2023_GR_00202 - Raamovereenkomst: de behandeling van de vochtproblematiek van muren en wanden, de pleister- en kaleiwerken in en aan beschermde gebouwen - Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze

De aanbestedende overheid heeft een raamovereenkomst uitgeschreven voor het aanstellen van een aannemer voor de behandeling van de vochtproblematiek van muren en wanden, de pleister- en kaleiwerken in en aan beschermde gebouwen. In eerste instantie is het Begijnhof het voorwerp van de opdracht, doch deze opdracht kan aangewend worden voor alle historische gebouwen van het lokaal bestuur. Het OCMW Diest voert de overheidsopdracht en fungeert als aankoopcentrale; de andere entiteiten van het lokaal bestuur - stad Diest en AGB Cultuurcentrum Diest - kunnen eveneens intekenen op deze raamovereenkomst.
Het technische bestek is opgemaakt door de dienst Vastgoed & Bouwprojecten, in samenwerking met studiebureau Amirato en dit op basis van het technische advies van KIKIRPA die de vooronderzoeken uitgevoerd heeft. GD&A gaf juridisch advies voor de opmaak van het bestek. De opdrachtdocumenten werden ter goedkeuring voorgelegd aan het Agentschap Onroerend Erfgoed.
De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 168.820,00 € excl. btw ofwel 178.949,20 € incl. 6% btw. 
Er wordt voorgesteld om de opdracht te gunnen bij wijze van de vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Na het aanstellen van de aannemer zal een eerste cluster van wooneenheden worden geselecteerd, waarop de eenheidsprijzen zullen toegepast worden. Dit zal resulteren in een deelopdracht, waarvoor een subsidie zal opgevraagd worden aan het Agentschap Onroerend Erfgoed, werken zijn voor 100% betoelaagbaar, voor een premie van 60%. Pas na goedkeuring van het Agentschap zal overgegaan worden tot uitvoering van deze deelopdracht.

• De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
• Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, en latere wijzigingen;
• De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies, en latere wijzigingen;
• De wet van 17 juni 2016 en latere wijzigingen inzake overheidsopdrachten, inzonderheid artikel 41, §1, 2° (het geraamde bedrag excl. btw overschrijdt de drempel van € 750.000,00 niet) en artikel 43;
• Het koninklijk besluit van 18 april 2017 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen;
• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, inzonderheid artikelen 326 tot en met 341 betreffende het bestuurlijk toezicht;
• Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, meer bepaald artikel 84, § 3, 6°, waarbij de raad voor maatschappelijk welzijn delegatie van bevoegdheden kan verlenen aan het vast bureau inzake vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van overheidsopdrachten als de opdracht nominatief door de raad voor maatschappelijk welzijn aan het vast bureau is toevertrouwd;
• Het Bestuursdecreet van 7 december 2018.